Extra informatie:Samenvatting
Het levensverhaal van de stichter van het boeddhisme is een van de grote arche-typische verhalen van een spiritueel ontwaken, een ontwikkelingsweg van verwende prins naar verlichte geest. Als jongeling werd Siddharta Gautama door zijn ouders verre gehouden van alle wereldse beslommeringen en menselijk lijden. Pas in zijn twintiger jaren zag hij vanuit een rijtuig een stramme oude man die zich met een stok staande moest houden en een zieke die zichtbaar lijdende was. Deze gebeurtenissen maakten diepe indruk op hem. Met name de ontmoeting met een asceet die een grote uitstraling van sereniteit en gelukzaligheid heeft, zet hem aan het denken over zijn beschermde leven. Hij verlaat op negentwintigjarige leeftijd vrouw en kind, vastbesloten pas terug te keren als hij de oplossing heeft gevonden voor het vraagstuk van het menselijk lijden. Aan deze levensopgave zet hij zich met een onoverzettelijke toewijding. In de allerlaatste fase van zijn geestelijke groei offert hij ook zijn wilskracht
Toon minder
Recensie(s)
Het boek beschrijft de levensloop van Boeddha. Hoe hij bij zijn geboorte als prins al de voorspelling meekreeg, dat hij óf een groot wereldheerser óf een boeddha zou worden. Hoe hij uiteindelijk dé Boeddha werd en hoe hij zijn religie stichtte, verder uitbreidde en consolideerde. Het boek kan behalve als biografie ook gelezen worden als een inleiding op het boeddhisme, ongeveer zoals de bijbel ons via verhalen ook geloofsthema's aanreikt over jodendom en christendom. Duidelijke druk; geen illustraties; blauwe kaft met kleurenfoto van het gelaat van een Boeddhabeeld.
(Biblion recensie, Drs. A.E. Biesma-Drayer.)